een concept met verleden
In de tijd dat Beethoven (1770-1827) zijn Zesde symfonie componeerde, had ‘beeldende muziek’ al een traditie die eeuwen terugging. Pastorale thema’s waren zeer populair, niet alleen in muziek, maar ook in literatuur en de beeldende kunst. Beethoven was met een groot deel van die traditie goed bekend. Er bestond bijvoorbeeld een flinke hoeveelheid ‘karakteristieke’ symfonieën; de titels die Beethoven aan de delen van zijn symfonie gaf, lijken sterk op die van Le Portrait musical de la nature, 25 jaar eerder geschreven door de inmiddels lang vergeten componist Justin Heinrich Knecht. Meer directe voorbeelden zijn te vinden in de grote koorstukken van Haydn, Die Schöpfung (1798) en Die Jahreszeiten (1801), die in die jaren in Wenen buitengewoon populair waren. Beethoven had bezwaar tegen sommige van de meer letterlijke ‘illustraties’ van Haydn, en dat verklaart deels zijn ambivalentie ten opzichte van zijn eigen verbeelding van de natuur in de Zesde symfonie.