Anton Bruckner Locus iste, WAB 23 (1869)
Anton Bruckner Virga Jesse floruit, WAB 52 (1885)
Anton Bruckner Os Justi, WAB 30 (1879)
Ludwig van Beethoven Fantasie voor piano, koor en orkest in c, op. 80 "Chorfantasie" (1808)
—
Anton Bruckner Symfonie nr. 6 in A, WAB 106 (1879–1881)
22.11.2025 FLAGEY BRUSSEL
25.11.2025 SCHOUWBURG LEUVEN
26.11.2025 DE BIJLOKE GENT
28.11.2025 SCHOUWBURG HASSELT
Het lijkt vandaag minder vanzelfsprekend, maar aan het begin van de 19e eeuw was het de gewoonte dat een concert meerdere uren in beslag nam. Tijdens zo’n avond passeerde een bonte mix aan genres de revue, van symfonieën of concerti, tot aria’s uit opera’s, solowerken of zelfs hele koorwerken. Op 22 december 1808 organiseerde Ludwig van Beethoven (1770-1827) zo’n vier uur durend marathonconcert in het Theater an der Wien. Op het programma: zijn Vijfde en Zesde Symfonie, het Vierde Pianoconcerto, een aria, twee fragmenten uit de Mis in C en een improvisatie aan de piano. Als passende afsluiter wilde Beethoven een ‘briljante finale’ waarin de verschillende instrumentengroepen uit het concert samen zouden komen. Hij kondigde het werk aan als ‘een improvisatie voor piano met een geleidelijke inzet van het orkest en tot slot een finale met koor.’
Het werk in kwestie was een kladversie van wat later de Koorfantasie, Op. 80 zou worden. Beethoven stond er namelijk om bekend zijn composities soms eerst in een ruwe vorm uit te voeren, om ze pas nadien definitief af te werken. Zowel in melodie als in boodschap wijst de Koorfantasie vooruit naar de Ode an die Freude uit zijn latere Negende Symfonie. Die zou op haar beurt uitgroeien tot een model voor de monumentale symfonieën van Anton Bruckner (1824-1896).
Bruckner noemde Beethoven 'de incarnatie van alles wat groots en subliem is in de muziek' en zag het symfonische model van zijn Negende als de perfecte basis voor zijn eigen symfonieën. Ook in speelduur sloot hij daarbij aan: met gemiddeld zeventig minuten zijn Bruckners symfonieën groots van opzet. Zijn Zesde Symfonie vormt een opvallende uitzondering: ‘Kan men de meeste van Bruckners symfonieën vergelijken met een fiere barok-kathedraal,' schreef een Amsterdamse recensent in 1930, ‘dan lijkt de Zesde meer op een kapel – intiem en doorzichtig, staande in een open, zonnige plek van een fier woud.’
Terug naar de eerder vernoemde avond in 1808. Door geringe repetitietijd – naar verluidt was een groot deel van het repertoire een zichtlezing voor het orkest – en het ambitieuze programma, was de uitvoering van de Koorfantasie rampzalig. Volgens ooggetuigen ‘viel het werk gewoon uit elkaar’ en werd er halverwege gestopt, om het werk vervolgens vanaf het begin weer in te zetten. Geen wonder dat het publiek er niet warm voor liep. Bovendien had Beethoven de verwachtingen aangescherpt met de groots aankondigende titel ‘Fantasie voor piano, vocale solisten, koor en orkest’.
Ondanks de magere ontvangst werkte Beethoven de compositie af. Het is niet helemaal zeker wie instond voor de tekst van het tweede deel: sommige bronnen vermelden de Weense dichter Christoph Kuffner, andere spreken over Georg Friedrich Treitschke, die ook het libretto schreef voor Beethovens opera Fidelio. Hoe dan ook, de boodschap van zowel de tekst als de muziek is er een van optimisme; een krachtige ode aan de vrede. Dat klinkt bekend in de oren, en dat is het ook: inhoudelijk, muzikaal en in bezetting wijst de Koorfantasie vooruit naar de koorfinale in Beethovens Negende Symfonie. Zelf beaamde Beethoven dat ook in een brief uit 1824: ‘De finale uit mijn Negende is een toonzetting van de woorden van Schillers onsterfelijke 'Lied an die Freude', op dezelfde manier als ik eerder deed in de fantasie voor pianoforte, maar dan op een veel grotere schaal.’
(afbeelding: recensie van Beethovens concert van 22 december 1808, verschenen in de Allgemeine musikalische Zeitung, 25 januari 1809)
Zo temperamentvol en daadkrachtig als Beethoven was, zo terughoudend was Bruckner. Hij aarzelde lang tussen lesgeven en componeren, en toen hij uiteindelijk toch voor een componistenloopbaan koos, bleef de twijfel knagen: waren zijn werken wel goed genoeg? Die onzekerheid had ook een positieve keerzijde; ze dreef hem ertoe zich voortdurend bij te scholen, waardoor hij een ongeziene muzikale vakkennis opbouwde.
De kiem van Bruckners muzikale taal werd gelegd in zijn jonge jaren, toen hij als koorknaap meezong tijdens de vieringen in het klooster van Sankt Florian. Daar werden zijn geloof en zijn passie voor muziek aangewakkerd. Bruckner componeerde een aanzienlijk religieus repertoire bij elkaar, met acht missen, twee requiems en een veertigtal motetten. In die kleinschalige religieuze werken zocht hij naar een manier om zijn vernieuwingsdrang te verzoenen met de meer behoudsgezinde ideeën van het Caecilianisme dat toen in opmars was. Onder leiding van componist en priester Franz Xaver Witt, ijverde die beweging voor een herwaardering van Gregoriaanse gezangen en de serene, polyfone stijl van renaissancecomponist Palestrina. Het motet Virga Jesse is een mooi voorbeeld van Bruckners zoektocht naar een evenwicht tussen helder contrapunt en meer gewaagde harmonieën en chromatiek.
De weg naar erkenning verliep moeizaam: zijn symfonieën raakten amper uitgevoerd, en als hij dan toch een orkest of dirigent bereid vond om zijn composities te spelen, waren de kritieken vaak vernietigend. Het gevolg: Bruckner bleef aan zijn symfonieën schaven, tot verschillende keren toe. Zijn Zesde Symfonie vormt daarop een uitzondering; het is een van de weinige die hij zelf niet meer herwerkte. Hij componeerde het werk tussen 1879 en 1881 en stond er meteen helemaal achter. ‘De Zesde is de brutaalste’, zo noemde hij ze. Die zelfverzekerdheid klinkt ook in de muziek: met haar compacte speelduur van een uur vormt de symfonie een opvallend contrast. Ze klinkt frisser, met meer zwier en ritmische vaart.
Zelf hoorde Bruckner zijn Zesde nooit live. In 1883 voerde het Wiener Philharmoniker enkel de twee middendelen uit. Pas veertig jaar na zijn dood ging de volledige symfonie in première, onder leiding van Gustav Mahler. Die bracht overigens wel enkele kleine wijzigingen aan in de instrumentatie en verkortte hier en daar een passage.