Brussels Philharmonic | Happy 2026!

Happy 2026!

PROGRAMMATOELICHTING

geschreven door JASPER CROONEN

Ferdinand Hérold Zampa: Overture (1831)
Joseph Haydn Klavierconcert nr. 11 in D, Hob. XVIII:11: I. Vivace, III. Rondo all'Ungarese (1784)
Carl Maria von Weber Konzertstück in f, op. 79 (1821): Presto gioioso
Antonín Dvořák Slavische dansen, op. 72: nr. 8 'Sousedská' in Ab: Grazioso e lento, nr. 7 'Kolo' in C: Allegro vivace
Johann Strauss, Jr Annen-Polka, op. 117 (1852)
Johann Strauss, Jr. Rosen aus dem Süden, op. 388 (1880)
Johann Strauss, Jr. Champagner-Polka, op. 211 (1858)
Johann Strauss, Jr. Geschichten aus dem Wienerwald, op. 325 (1868)

[bekijk alle toelichtingen]

-----

08.01.2026 FLAGEY BRUSSEL
09.01.2026 IEPER HET PERRON
11.01.2026 BRUGGE CONCERTGEBOUW

Hoe ziet uw eerste januari eruit? Een familiefeest met voorgedragen nieuwjaarsbrieven? Goede voornemens uitspreken bij het ontbijt op bed? Een snipperdag onder vrienden door de bonkende bubbelskater? Tot de knieën in de modder op de cyclocross in Baal? Of de oren spitsen richting Wenen voor het Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker?

het nieuwjaarsconcert

Meteen op de eerste dag van het nieuwe jaar is het traditionele concert in de glimmende Goldener Saal een van de belangrijkste afspraken van het muziekseizoen. Een ervaring die aan elkaar hangt van geplogenheden: de ruimte staat steeds propvol bloemstukken, Katelijne Boon gidst televisiekijkend (en radioluisterend) Vlaanderen door het concert, de toeristische dienst van Oostenrijk haalt alles uit de kast met promofilmpjes van landelijk schoon … en ook het programma ligt al meer dan een eeuw grotendeels vast. De walsen van de familie Strauss zijn onvermijdelijk.

Dat repertoire heeft met de ontstaansgeschiedenis van het concert te maken. Het eerste Neujahrskonzert in 1939 werd namelijk georganiseerd om het moraal van de soldaten in de pas uitgebarsten Tweede Wereldoorlog op te krikken, en om de krijgskas te spijzen. Vrolijke wijsjes die veel volk op de been konden brengen, waren dus cruciaal. Vandaag heeft het muziekfeest die zwarte ontstaansgeschiedenis grotendeels afgeschud, al zijn de walsen van de Straussen een essentieel deel van het evenement gebleven.

Geen zorgen: ook op ons nieuwjaarsconcert, Happy 2026!, zullen hits als de Champagner-Polka, de Radetzkymars en Annen Polka zeker niet ontbreken. Toch pakken we het elk jaar ook graag wat onverwachter aan, en dit keer vinden we die unieke twist net in de traditie.

Wereldwijd en eeuwenoud

Op 8 (Flagey), 9 (Ieper) en 11 (Brugge) januari nodigen we namelijk Théo Ould uit. De Franse muzikant is een specialist op de accordeon, en die muzikale blaasbalg associëren we al eeuwenlang met traditionele muziek.

De techniek achter het instrument is duizenden jaren oud. Door een luchtstroom langs een reeks vrije rieten te stuwen, beginnen deze te trillen en geluid te produceren. De Sheng, een Oudchinees instrument dat teruggaat tot het tweede millennium voor Christus, gebruikt dit principe, en ook mondharmonica’s vallen daarom onder dezelfde categorie van muziekinstrumenten. In het geval van de accordeon blaast de muzikant die lucht natuurlijk niet zelf uit, maar pompt hij ze langs, de rieten door de trekzak van zijn instrument uit te rekken en in te duwen.

Hoewel het idee dus stokoud is, raakt de accordeon pas in de eerste helft van de negentiende eeuw gepopulariseerd. Instrumentbouwers uit Oostenrijk, België, Frankrijk en Italië experimenteerden toen door knoppen en klavieren aan het instrument toe te voegen om zo de aangeblazen rieten (en dus de toonhoogte) te veranderen. De eerste pogingen waren nog erg rudimentair maar al snel werd het instrument verder ontwikkeld en ontstond er een wildgroei aan types om de vele verschillende speelwijzes te accommoderen.

De accordeon is namelijk aan een wereldveroveringstocht begonnen. Op elk continent is het instrument ingeburgerd in het traditionele repertoire. In Amerika vind je het in de Braziliaanse forró en de Argentijnse tango, in de zydeco uit de staat Louisiana en als begeleidingsinstrument bij Inuit-volkeren; in Azië klinkt het instrument tegenwoordig in Mor Iam-ensembles uit Laos en Ppongjjak-liederen uit Korea; de accordeon is ingeburgerd in de rebita-muziek van Angola, bij de umteyo-dansen van de Xhosa-volkeren in Zuid-Afrika, in de taraab-ensembles van de Tanzaniaanse hoofdstad Dar es Salaam; en uiteraard vind je het in Europa terug in de Boheemse polka, de Roemeense csardas, de Franse musette en de Italiaanse tarantella.

Atypische traditie

Ondanks die globale aantrekkingskracht, duurt het relatief lang voor componisten in de West-Europese traditie het instrument omarmen. Pas aan het begin van de twintigste eeuw breekt de balg uit de cafésfeer en krijgen accordeonisten een plaatsje op het concertpodium. Dankzij een toenemende interesse aan de conservatoria raakt de speeltechniek geprofessionaliseerd en wordt er langzaamaan aan repertoire geschreven. Paul Hindemith is een van de eersten die in 1922 een accordeon toevoegt aan het kamerorkest voor zijn Kammermusik no. 1, maar vooral vanaf de tweede helft explodeert het oeuvre dankzij composities van onder anderen Alban Berg – die het instrument gebruikt in Wozzeck –, Henry Cowell, Pauline Oliveros en Luciano Berio.

Omdat we u bij de start van het nieuwe jaar niet meteen met avant-garde om de oren willen slaan (daar is de volgende afspraak in onze Lab-reeks op 30 januari voor) pakken we het nieuwjaarsconcert toch net een tikje anders aan. We laten Théo Ould los op klassiek repertoire dat oorspronkelijk voor de piano geschreven is, maar dat hier een zacht zuchtende bijklank krijgt. Haydn en von Weber met een volks vleugje dus. Twee types traditie die elkaar ontmoeten en net daarom iets volstrekt onorthodox opleveren.