Toots Thielemans groeide op in de Brusselse Marollenwijk, waar de levendige, volkse sfeer een grote invloed had op zijn muzikale ontwikkeling. Ontdek deze bijzondere wijk van Brussel en wordt voor even – net als Toots – een trotse ‘Marollien’. > met ee ...
[lees meer]
Toots Thielemans groeide op in de Brusselse Marollenwijk, waar de levendige, volkse sfeer een grote invloed had op zijn muzikale ontwikkeling. Ontdek deze bijzondere wijk van Brussel en wordt voor even – net als Toots – een trotse ‘Marollien’.
> met een combi-ticket kan je na de wandeling genieten van het concert Between a Smile and a Tear in Flagey
ism Korei Guided Tours
-----
Een wijk met een hoek af — in de beste betekenis van het woord. De Marollen vormen al eeuwenlang een wereld op zich: volks, koppig, levendig. Het was hier, tussen kinderstemmen op de stoep en het gezang uit cafés, dat een jonge Toots Thielemans leerde luisteren. Naar mensen, naar het leven — en naar de muziek die overal om hem heen weerklonk.In de middeleeuwen groeide hier een voorstad buiten de eerste stadsomwalling van Brussel. Ambachtslui en arbeiders vestigden zich rond de Kapellekerk, de eerste buitenparochie van de stad. Overdag werkten ze binnen de muren, maar bij het luiden van de avondklok keerden ze terug — naar een wijk die al vroeg een eigen ritme vond.
Toen in de 14de eeuw de tweede omwalling werd opgetrokken, kwamen de Marollen binnen de stadsmuren te liggen. Maar hun eigenzinnige karakter lieten ze niet los. Dat leidde geregeld tot spanningen met de gevestigde orde — nergens zo zichtbaar als in het kolossale Justitiepaleis, dat in de 19de eeuw hoog boven de wijk werd gebouwd, als monument van gezag, neerkijkend op een buurt die zelden in de pas liep.
Twee hoofdaders doorkruisen de wijk: de Hoogstraat, met wortels in de Romeinse tijd, en de parallelle Blaesstraat uit de 19de eeuw. Daar bruist nog elke ochtend “den Aa-mêt” — de vlooienmarkt die de Marollen al generaties lang kleur geeft.
De industriële revolutie bracht het Zuidstation, nieuwe bewoners, fabrieken en werkplaatsen. De wijk groeide dicht, in een wirwar van steegjes, ateliers en verhalen. Toots ademde die wereld in — en zette haar om in muziek. Zijn mondharmonica vertelde wat de wijk hem geleerd had: warmte, melancholie, veerkracht.
Vandaag leeft die geest nog altijd voort. En tijdens deze wandeling kom je haar tegen — op de straathoeken, achter gevels, in de stemmen van mensen. Een wijk die je niet alleen ziet, maar voelt.