Brussels Philharmonic | Another Mélisande

Another Mélisande

programmatoelichting

geschreven door AURÉLIE WALSCHAERT

Mirela Ivičević Vioolconcerto (2024, wereldpremière)*
Arnold Schönberg
Pelleas und Melisande, op. 5 “Symphonische Dichtung für Orchester” (1903)**

*Co-opdracht van I&I Foundation - namens de sponsors Mr. & Mrs. Collardi – en Brussels Philharmonic. Opgedragen aan Eloïse en Chiara Collardi.
**Met video van Lise Bruyneel (la fabrique des regards), gerealiseerd in opdracht van Festival 20.21, Leuven (2023)

[lees ook: composer's note Van Miréla Ivičević]
[lees ook: Een visuele Schönberg met Lise Bruyneel]
[lees ook: interview met Ivičević]
[lees ook: Ecstatic Soundworlds]
[ontdek ook: Close Encounters]
[ontdek ook: Symfomania! Pelleas und Melisande]
[ontdek ook: literatuur voor Melisande]
[bekijk alle toelichtingen]

-----

23.03.2024 FLAGEY

Another Mélisande

‘Een muzikale omnivoor’ of ‘hoeder van de hedendaagse muziek’, zo wordt dirigent Ilan Volkov weleens omschreven. Internationaal staat hij bekend als een scherpzinnige dirigent die de meest ingewikkelde partituren, van romantisch repertoire tot creaties, op een heldere en bevlogen manier weet te brengen. De complexe partituur van Schönbergs Pelleas und Melisande is dan ook een kolfje naar zijn hand. In dit omvangrijk symfonisch gedicht gaf Schönberg (1874-1951) de innerlijke conflicten van de personages uit Maeterlincks gelijknamige theaterwerk vorm in een toontaal die nog net binnen de grenzen van de tonaliteit en de romantiek valt.

In het all-round Brussels Philharmonic vond Volkov ook een uitgelezen partner in crime voor het verkennen van nieuwe horizonten. Deze keer brengen ze de wereldpremière van het gloednieuwe Vioolconcerto van de Kroatische componist Mirela Ivičević (1980), met Ilya Gringolts als solist.

Het onzegbare uitdrukken

Het was niemand minder dan Richard Strauss (1864-1949) die Schönberg het idee voor Pelleas und Melisande, op. 5 influisterde. Hij was ervan overtuigd dat Schönberg de componist bij uitstek was om het gelijknamige theaterwerk van symbolist Maurice Maeterlinck tot een opera te verwerken. In juli 1902 begon Schönberg te componeren, en hoewel hij voor het idee van een opera gewonnen was, gooide hij het uiteindelijk over een andere boeg:

‘Ik was van plan om van Pelléas et Mélisande een opera te maken, maar ik gaf mijn plan op, ook al wist ik niet dat Debussy in diezelfde periode aan een opera aan het werken was. Ik heb er nog steeds spijt van. Het zou anders geweest zijn. Ik zou het wonderlijke parfum van het gedicht waarschijnlijk gemist hebben, maar ik zou mijn personages meer gezongen gedacht hebben. Anderzijds, het symfonisch gedicht heeft me geholpen om de verschillende gemoedstoestanden en karakters in precies geformuleerde eenheden om te zetten, een techniek die in een opera misschien niet zo goed gewerkt zou hebben.’

Schönberg was niet zomaar gezwicht voor de vorm van een symfonisch gedicht; die keuze vloeide voort uit zijn toenmalige bewondering voor de Tondichtungen van Strauss en de grootse bewegingen uit de vroege symfonieën van Gustav Mahler (1860-1911): ‘Toen Mahler en Strauss op het muzikale toneel verschenen, waren hun verschijningen zo fascinerend dat elke musicus onmiddellijk gedwongen werd om een standpunt in te nemen, pro of contra. Als 23-jarige was mijn enthousiasme snel aangewakkerd, en dus begon ik met het componeren van eendelige, ononderbroken symfonische gedichten, naar het voorbeeld van Mahler en Strauss.’

Un rêve qui ne s’arrête pas

Net als zijn eerdere symfonische gedicht Verklärte Nacht uit 1899, is Schönbergs Pelleas und Melisande een lange, meeslepende metamorfose van thema’s en motieven. Al valt er wel enige structuur in het werk te onderscheiden. Volgens Alban Berg, een van Schönbergs leerlingen, zijn er vier bewegingen die het verhaal op de voet volgen. Van de ontmoeting tussen Golaud en de bloedmooie maar mysterieuze Mélisande in het dichte bos, tot de fatale verhouding tussen haar, Golaud (die ze huwt) en Pelléas (met wie Mélisande een zielsverwantschap ontwikkelt). De intriges monden uit in een gruwelijk einde: Golaud vermoordt zijn broer, Mélisande sterft in het kraambed en tot slot valt Golaud ten prooi aan waanzin.

Tijdens een radio-interview in 1949 gaf Schönberg aan dat hij behalve enkele coupures en kleine veranderingen in de volgorde van de scènes elk detail had proberen weer te geven. En dat hij, ‘zoals dat wel vaker gebeurt in muziek’, de liefdesscènes wat meer ruimte gegeven had. Al is het vooral de destructieve en donkere passie die de bovenhand neemt in zijn vertaling van Maeterlincks verhaal.

Na de première in de Weense Musikverein in 1905 oordeelde het publiek bikkelhard: ‘De première, die ik zelf dirigeerde, veroorzaakte een rel onder het publiek en zelfs onder de critici. De recensies waren ongewoon gemeen – ze stelden zelfs voor om mij in een instelling op te nemen en het muziekpapier buiten mijn bereik te houden!’ Een paar jaar later waren de harde meningen gelukkig al verzacht tot uitspraken als ‘comfortabel te beluisteren’.

Sonische fictie

Grenzeloos, energiek en meeslepend. Dat zijn de adjectieven die het vaakst opduiken wanneer je de naam Mirela Ivičević googelt. De jonge Kroatische componiste studeerde in Zagreb bij Zeljko Brkanovic, maar ruilde haar geboorteland al snel in voor Wenen om zich te specialiseren in mediacompositie en elektro-akoestiek. En om haar blik op de wereld te verruimen, want daar is het haar veelal om te doen. Aan hokjesdenken doet Ivičević niet. Nieuwe muziek is voor haar geen genre op zich, maar een manier van denken: ‘Jezelf beperken tot één genre of idee is niet vruchtbaar voor mijn denkproces. Wat mij meest interesseert, is net om ruimtes te creëren waarin verschillen met elkaar kunnen interageren.’

Ivičević creëert naar eigen zeggen ‘sonische ficties’, surreële werelden waarin de meest uiteenlopende geluiden en talen naast elkaar kunnen bestaan. Haar werken nemen de vorm aan van een lappendeken, met abrupt wisselende structuren, vervormde geluiden en flarden van klanken. Ivičević vertrekt daarbij van herkenbare geluiden die ze uit hun dagdagelijkse realiteit haalt en transponeert naar een nieuwe akoestische wereld: ‘Ik maak nieuwe verbindingen om de oude in twijfel te trekken, om ze anders waar te nemen en te begrijpen. Vanuit dat oogpunt lijkt het op een film; je creëert een droom, een illusie. Maar de illusie biedt de mogelijkheid om iets wezenlijks uit te drukken.'

Bij het componeren van opdrachtwerken houdt Ivičević de persoonlijkheid en het technisch kunnen van de solist in kwestie voor ogen: ‘Nauw samenwerken met een muzikant, en zijn karakter, voorkeuren of zelfs verborgen talenten leren kennen, opent zoveel extra mogelijkheden; het maakt me avontuurlijker in het uitproberen van nieuwe dingen en levert meestal mijn beste werken op.’ Maar evengoed laat ze zich verrassen door de magie van het moment en de manier waarop een muzikant haar partituur interpreteert. Benieuwd welke vonken dat zal geven in de handen van Ilya Gringolts, Ilan Volkov en het Brussels Philharmonic.

[lees: composer's note Van Miréla Ivičević]