Een ode aan de vriendschap
De Enigmavariaties, een van de bekendste werken van de Britse componist Edward Elgar, ontstonden als bij toeval. Na een lange lesdag ergens in oktober 1898 zat Elgar wat aan de piano te improviseren. Toen zijn vrouw Alice hem vroeg wat hij aan het spelen was, antwoordde de componist: "Niets, maar ik kan er wel iets van maken." En verder bouwend op het thema dat zijn vrouw zo mooi vond, componeerde hij er veertien variaties bij.
'Aangevat met een humoristische geest en voortgezet in diepe ernst', zo omschreef Elgar het werk dat zijn definitieve doorbraak zou betekenen. Hij noemde het aanvankelijk Variations on an Original Theme, maar wijzigde de naam later naar Enigma Variations, en droeg het op aan 'vrienden die erin afgebeeld worden’. Maar zoals de term ‘enigma’ al doet vermoeden, vormen de variaties geen expliciete portretten van die kameraden of geliefden. Het gaat om subtielere verwijzingen, naar een specifieke karaktertrek of soms naar een voorval dat hij met die specifieke persoon beleefd had. Bovendien duidde Elgar elke variatie aan met bijnamen die alleen hij kende, of met initialen – zoals de eerste variatie ‘CAE’, naar zijn vrouw Caroline Alice Elgar. De bekendste variatie is ongetwijfeld de negende, getiteld Nimrod, naar de Bijbelse jager uit het Oude Testament. Elgar droeg dit deel op aan de Duitse muziekcriticus en uitgever August Jäger, die een belangrijke rol speelde in zijn carrière. In de variatie weerklinkt een citaat uit de achtste pianosonate van Beethoven, de componist die Jäger altijd als voorbeeld aanhaalde wanneer Elgar in een dipje zat.
Elgars codering achter de reeks vriendenportretten werd vrij snel gekraakt door de buitenwereld. Maar het grootste raadsel in deze compositie werd zelfs na meer dan honderd jaar door niemand achterhaald, talrijke musicologische onderzoeken en speculaties ten spijt. Dat was natuurlijk Elgars opzet.